Je kunt natuurlijk wel verwachten dat Jan van Zijl, die tegenwoordig voorzitter is van de MBO Raad, positieve herinneringen heeft aan wat je zou kunnen noemen ‘zijn RWI’, maar misschien niet dat hij een paar jaar na dato nog zo uitdrukkelijk betreurt dat de RWI is opgeheven. Het was indertijd bij de oprichting wel zo dat de RWI door sommigen gezien werd als een doekje voor het bloeden voor de sociale partners in verband met het feit dat zij macht gingen verliezen na invoering van de SUWI-structuur, maar Van Zijl ging bepaald niet uit van een korte levensloop van de nieuwe raad. Dat hij de taak van de RWI serieus nam, blijkt trouwens ook uit het grote aantal indringende adviezen en rapportages dat de RWI heeft weten te produceren. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, november 2014 |
Auteurs | Peter van Hoesel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, september 2014 |
Trefwoorden | integraal gezondheidsbeleid, onderzoeksinstrumenten, monitoren en evalueren |
Auteurs | Ilse Storm, Marije van Koperen, Fons van der Lucht e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Integraal gezondheidsbeleid (IGB) kent in de lokale praktijk diverse verschijningsvormen en kenmerken waardoor het lastig is dit beleid te monitoren en evalueren. In een kennissynthese van Nederlandse kernpublicaties over IGB is gekeken wat op basis van ervaringen in de IGB-praktijk tot nu toe gezegd kan worden over monitoring en evaluatie. Bij deze practice-based verkenning naar IGB-kenmerken en bijbehorende praktische instrumenten is een indeling in drie categorieën gebruikt: context, processen en impact. Voorbeelden van relevante kenmerken zijn: type IGB en setting (context), verbinden beleid en activiteiten (proces), samenwerking sectoren (proces), draagvlak en verankering in organisatie (proces), en effecten op gezondheid of determinanten (impact). Op basis van de huidige IGB-praktijk lijkt het vooral haalbaar kennis te genereren over context en procesmaten, en minder over impactmaten. Uiteindelijk is een set kenmerken die meetbaar zijn met gevalideerde instrumenten wenselijk om grip te krijgen op de voortgang van IGB. Meer theoretische onderbouwing is dan wel noodzakelijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, augustus 2014 |
Auteurs | Diederik Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na het aantreden van Rutte II heeft de bestuurlijke opschaling van gemeenten en provincies twintig maanden lang op de agenda gestaan. Zoals bekend hebben de plannen van het kabinet de eindstreep niet gehaald. Vooral bij de meest betrokken provincies bestond er kritiek op het ontbreken van een visie en onderbouwing. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre een netwerkanalyse van het verplaatsingsgedrag daarin zou kunnen voorzien. Voor een volgende ronde, die zich mogelijk al snel weer aandient. De uitkomsten van verschillende algoritmes voor netwerkanalyse worden vergeleken. Het begrip daily urban system, gekoppeld aan welvaartstheoretische inzichten (Tordoir), dient als inhoudelijke leidraad. Netwerkanalyse blijkt zakelijke argumenten op te leveren die behulpzaam kunnen zijn bij het trekken van (nieuwe) bestuurlijke grenzen, ook al zullen deze om verschillende redenen nooit alleenzaligmakend zijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, juni 2014 |
Auteurs | Carolien Klein Haarhuis, Monika Smit en Shelena Keulemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren is de beleidsmatige en wetenschappelijke aandacht voor ex ante onderzoek toegenomen. De vraag is of dit ook is terug te zien in het aantal studies naar concrete plannen, en in het gebruik van de uitkomsten van ex ante studies in de beleidsontwikkeling. Om dit na te gaan verrichtten we een metastudie van ex ante onderzoeken over beleid op rijksniveau, verschenen in de periode 2005 tot en met 2011. In deze bijdrage beschrijven we eerst hoe vaak en met welk doel ex ante onderzoek wordt verricht en om wat voor typen studies het gaat. Daarna nemen we het gebruik in het beleidsontwikkelings- en besluitvormingsproces onder de loep door in te zoomen op vijf ex ante onderzoeken. Een eerste conclusie is dat er inmiddels een aanzienlijk aantal ex ante studies is verschenen; een tweede dat in alle vijf casus het onderzoek belangrijke actoren in het beleidsproces bereikt heeft, maar dat de uitkomsten niet altijd doorklinken in het uiteindelijke beleid. |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, mei 2014 |
Auteurs | Aris Gaaff en John Butter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, thans onderdeel van Economische Zaken, heeft in 2010 het aantal indicatoren waarop de minister zich in de Begroting aan de Tweede Kamer verantwoordt, vrijwel gehalveerd. Hiermee komt de Begroting dichter bij het overkoepelende document waarmee een minister aan de Kamer laat zien wat het beleid op hoofdlijnen is. Achtergrond was het besef dat het ministerie veel informatie verzamelt, waarvan onduidelijk was of dit wel op resultaat gericht was en in de juiste hoeveelheid. Minder indicatoren, meer gericht op resultaat en outcome, leveren een sterkere basis om meer resultaatgerichte beleidsinformatie te verzamelen. Voorts gaf dit richting voor een sterkere interne sturing op hoofdlijnen en de uit te voeren beleidsevaluaties. Het Programma Beleidsinformatie heeft dit traject geïnitieerd en begeleid. Dit was meer dan een technische operatie. Daarbij is een proces in werking gezet om vanuit nice-to-know een harde kern van need-to-know beleidsinformatie te genereren. |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, april 2014 |
Auteurs | Prof. dr. A.F.A. Korsten en drs. Anne Douwe van der Meer AC |
SamenvattingAuteursinformatie |
Achter opdrachtresearch gaat de veronderstelling schuil dat de tussen- en eindresultaten van beleidsonderzoek vroeg of laat ook benut worden en onderdeel worden van een proces van bezinning op beleid. Dit artikel handelt hierover. Diverse aspecten van benutting van onderzoek komen aan bod, zoals de definitie en vormen van benutting. Er worden vier richtingen onderscheiden om de omvang en vorm van benutting of onderbenutting op te sporen. Het artikel geeft voorts verklaringen voor achterblijvende benutting en bevat adviezen om te komen tot meer benutting. Voor ambtenaren, bestuurders en partners in beleidsnetwerken biedt deze beschouwing aanknopingspunten om researchresultaten desgewenst beter te benutten. En voor onderzoekers bevat dit artikel tal van aanzetten tot hypothesevorming voor verder onderzoek. |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, april 2014 |
Auteurs | Etienne Lemmens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft een instrument om het effect van lokale rekenkamers mee te meten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende fasen van rekenkameronderzoek: agendering, uitvoering, rekenkamerwerk, rekenkamerproduct en presentatie. Het instrument om het effect van rekenkamers te meten gaat ervan uit dat rekenkamers een bijdrage leveren aan de verbetering van de beleidsvorming, besluitvorming en beleidsuitvoering. De begrippen voorwerking, werking en doorwerking spelen hierbij een belangrijke rol. |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, maart 2014 |
Auteurs | Wendy Reijmerink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze terreinverkenning op basis van literatuuronderzoek handelt over een internationaal actueel, maar nationaal onderbelicht thema dat hier wordt aangeduid als ‘intersectorale governance voor gezondheid’. De verkenning is geschreven voor de landelijke beleidspraktijk, vanuit het perspectief van nationale beleidsambtenaren als potentiële dragers van intersectorale governance. In het licht van de bestuurlijke kernopdracht voor de komende jaren, werken aan een goede gezondheid, wordt aandacht besteed aan het belang van integrale beleidsvoering op centraal niveau en de hardnekkigheid waarmee het actief inzetten ervan uitblijft. Een focus op beleidsambtenaren als dragers van intersectorale governance biedt interessante mogelijkheden om uit die impasse te komen. Zeker als zij daarbij adequaat worden ondersteund door relevant onderzoek. |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, februari 2014 |
Auteurs | Silke van Arum en Vasco Lub |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verwachtingen over de sociale wijkteams zijn hooggespannen. Menig gemeente ziet het inzetten van de teams als dé nieuwe oplossing in de aanpak van sociale problematiek en de uitdagingen waarvoor zij komen te staan met de transities en bezuinigingen. Tientallen gemeenten hebben in een kort tijdsbestek dergelijke teams ingesteld en nog meer zullen volgen. Maar wat beogen de diverse gemeenten nu precies met de wijkteams? Waar moet hun meerwaarde uit bestaan in de dienstverlening naar (kwetsbare) burgers? Geven gemeenten via de wijkteams invulling en kleur aan de decentralisatie van zorg- en welzijnstaken? |
Article |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, februari 2014 |
Auteurs | Prof. dr. M. Brans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In België voert de Vlaamse overheid een eigen beleid in tal van domeinen, onafhankelijk van de andere regionale overheden in Brussel en Wallonië en van de federale overheid. Zij laat zich bij haar beleid ondersteunen door een netwerk van universiteiten, hogescholen, departementale studiediensten en kenniscentra, en een beperkt aantal verzelfstandigde Vlaamse wetenschappelijke instituten. Daarnaast maakt de Vlaamse overheid ook gebruik van analyses en studies van commerciële gespecialiseerde beleidsonderzoeksbureaus. Sinds de start van het nieuwe millennium wordt de organisatie van beleidsonderzoek in Vlaanderen enerzijds gekenmerkt door een toegenomen institutionalisering van beleidsgerichte onderzoeksprogramma’s, waarbij gekozen werd voor een grotere formalisering en structurering. Anderzijds hebben meer commerciële spelers zich op de markt van beleidsadvisering begeven. |