Bedrijven en andere organisaties ontvangen vaak veel enquêtes en klagen over de lastendruk hiervan. Tevens dalen responsaantallen en zijn er zorgen over de kwaliteit van de respons. In dit artikel wordt beschreven wat er gedaan kan worden om de motivatie van bedrijven en organisaties, en hun respondenten, te verhogen om daarmee bij organisatie- en bedrijfsenquêtes de responsaantallen en de responskwaliteit te verbeteren. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, oktober 2016 |
Auteurs | Vanessa Torres van Grinsven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, september 2016 |
Auteurs | Birgit ten Cate en Erik Israël |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Rijk evalueert in principe elk beleidsterrein eens in de zeven jaar door middel van een beleidsdoorlichting. Dit is niet eenvoudig. De Handreiking beleidsdoorlichtingen biedt hierbij in de vorm van vele praktische tips de helpende hand. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, september 2016 |
Auteurs | Maarten Hoekstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij bijvoorbeeld de bouw van een gemeentelijk multifunctioneel centrum of de aanschaf van een nieuw computersysteem wordt bijna standaard om een business case gevraagd, om daarmee een zakelijke rechtvaardiging van de te nemen beslissing te verschaffen: nut en noodzaak moeten goed uit de doeken worden gedaan. Dit artikel presenteert de eerste resultaten van een zoektocht naar de (vermeende) kwaliteiten van dit besluitvormingsinstrument. Als ijkpunt voor het praktische gebruik van de business case wordt een nieuw ideaaltype van de business case geconstrueerd. De bestaande definities bieden daarvoor afzonderlijk onvoldoende houvast. Aan de hand van het ideaalmodel wordt vervolgens onderzocht hoe de business case in het publieke debat wordt gebruikt. Het datamateriaal bestaat uit 244 nieuwsberichten uit binnen- en buitenland over uiteenlopende business cases. Het artikel laat zien dat de business case sterk in opkomst is en zijn weg vindt in een divers palet van maatschappelijke thema’s en sectoren. Kwalitatieve argumenten voeren sterk de boventoon ten opzichte van cijfermatige inzichten. De belangrijkste kracht van de business case in het publieke domein ligt in het gegeven dat zowel de belangen van initiatiefnemers en bestuurders als van andere stakeholders worden benoemd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, mei 2016 |
Auteurs | André Knottnerus |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een lerende overheid heeft behoefte aan beleidsevaluaties die niet alleen van betekenis zijn voor het onderwerp waarop deze primair gericht zijn, maar ook bijdragen aan bredere, systematische opbouw van kennis en ervaring. Het interdepartementaal verbinden van expertise verruimt daarbij het zicht op factoren die het leren bevorderen of belemmeren. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, april 2016 |
Auteurs | Marcel van Dam en Katrien de Vaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De meerwaarde van lokale rekenkamers is nog niet vanzelfsprekend. In dit artikel betogen de auteurs dat deze wordt beïnvloed door drie factoren: de relatie met de andere spelers in het lokale politiek-bestuurlijke krachtenveld, de kwaliteit van hun werk, en de processen waarmee dat werk een plaats krijgt in de gemeentelijke beleids- en besluitvorming. De ultieme meerwaarde van lokale rekenkamers zoeken zij niet in de onafhankelijkheid van de rekenkamer of in diens onderzoeken an sich, maar in de onzichtbare beïnvloeding van beleids- en besluitvorming door de robuuste positie van het instituut, in termen van onder meer waardering, gezag en vanzelfsprekendheid; een positie die wordt beïnvloed door bovengenoemde drie factoren. De toekomstige opgave voor gemeenteraden en rekenkamers ligt er dan ook in om verder te kijken dan de structuur, en met elkaar het gesprek over de rekenkamer te voeren op de punten relatie, kwaliteit en proces. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, maart 2016 |
Auteurs | Bart van der Aa |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederlandse gemeenten baseren zich veelal op de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor (VM) om te weten hoe inwoners de veiligheid in hun woonomgeving waarderen. Ze kijken hierbij onder andere naar het rapportcijfer voor de veiligheid in de eigen buurt. Maar is dit eigenlijk wel een bruikbaar cijfer? In dit artikel nemen we het conceptuele model van Oppelaar en Wittebrood (2006) als uitgangspunt voor het uitvoeren van een regressieanalyse om te achterhalen waardoor het rapportcijfer voor veiligheid in de eigen buurt wordt verklaard. Het rapportcijfer blijkt door vele zaken te worden beïnvloed, aangevoerd door de manier waarop bewoners aankijken tegen de omvang van de criminaliteit in de eigen omgeving, de ervaren overlast en het oordeel over de wijk. Vanwege de vele kenmerken die meespelen, zo beargumenteren we, doen gemeenten er verstandig aan om het rapportcijfer niet te gebruiken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Beleidsonderzoek Online, februari 2016 |
Auteurs | Maud Stinckens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De voorbije vier decennia werden er heel wat studies naar de implementatie van beleid uitgevoerd, maar deze hebben vier belangrijke tekortkomingen: (1) onduidelijke omschrijving van de afhankelijke variabele, (2) te weinig inzicht in de ‘kritieke’ onafhankelijke variabelen en te weinig aandacht voor de wijze waarop deze in combinatie met elkaar het beleidsimplementatieproces beïnvloeden, (3) te laag aantal cases en (4) te weinig aandacht voor hypothesetoetsing. Dit artikel geeft aan hoe het gebruik van Qualitative Comparative Analysis (QCA) (Ragin, 1987) een antwoord kan bieden op deze beperkingen. Deze analysemethode tracht de verschillende causale paden die het beleidsimplementatieproces beïnvloeden te identificeren en de condities of combinaties van condities die noodzakelijk of voldoende zijn in kaart te brengen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van Booleaanse algebra. Door deze en andere specifieke eigenschappen kan QCA leiden tot vernieuwende inzichten in beleidsimplementatieonderzoek. |