Citeerwijze van dit artikel:
Peter van der Knaap, ‘100 jaar IRF’, 2022, juli-september, DOI: 10.5553/BO/221335502022005

DOI: 10.5553/BO/221335502022005

Beleidsonderzoek OnlineAccess_open

Column

100 jaar IRF

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Peter van der Knaap, '100 jaar IRF', Beleidsonderzoek Online juli 2022, DOI: 10.5553/BO/221335502022005

    Onlangs vierde de Inspectie der Rijksfinanciën – beter bekend als ‘de IRF’ – haar honderdjarig bestaan. In deze column staat Peter van der Knaap stil bij het werk en de werkwijze van deze wakkere waakhond van de rijksfinanciën. Tegenwicht, tegenspraak en het maken van integrale afwegingen: dat is waar het volgens de auteur om gaat bij het streven naar doelmatige uitgaven.

Dit artikel wordt geciteerd in

      Er zijn weinig directies van de rijksoverheid zo gevreesd als ‘de IRF’. De Inspectie der Rijksfinanciën, de waakhond van de rijksfinanciën, de oren en ogen maar toch vooral de scherpe tanden van de minister van Financiën. Je kunt er maar beter geen ruzie mee krijgen. Politicus of ambtenaar, iedereen met ambities zal ‘de IRF’ achter zijn voorstellen moeten krijgen. Laat maar eens zien dat het écht nodig en doelmatig is: IRF’ers zetten hun tanden erin en schudden elke overbodige euro er onverbiddelijk uit. Om vervolgens nog te genieten van een rondje in een van de vele kroegen op het Plein. U heeft het beeld.

      Vlak voor de zomer van 2022 werd het door corona uitgestelde eeuwfeest van deze ‘bezuinigingsinspectie’ gevierd. En terecht: honderd jaar – dat is niet iedere directie van de rijksoverheid gegeven! Oud-ministers, directeuren-generaal, prominenten uit bancaire en andere invloedrijke werelden haalden een middag en avond lang feestelijk herinneringen op. Heldenverhalen te over, ook van huidige IRF’ers. ­Minister Kaag was er getuige van. Zij roemde de adviezen die zij op Financiën krijgt en gaf tegelijkertijd aan dat zij als vakminister soms ronduit ongelukkig was met de inspecteurs: de mooiste voorstellen zag zij sneuvelen op het altaar van doelmatigheid. En passant deelde ze een plaagstootje aan de bewierookte jubilaris uit: ‘Alleen onsterfelijkheid heeft u zichzelf nog niet toegedicht …’

      Vooropgesteld: de reputatie van de IRF is niet onterecht. Dat kan ook bijna niet anders als je kijkt naar wat ze doet. Op de eerste plaats: de minister van Financiën in de Ministerraad adviseren over alle voorstellen met financiële gevolgen. De IRF beoordeelt het naleven van de begrotingsregels, de doelmatigheid en de doeltreffendheid en komt tot een eindoordeel: ‘U kunt wel/niet akkoord gaan.’ Dat weegt zwaar, zeker als je weet dat de minister-president Financiën in principe steunt. Op plek twee: het doen van onderzoek naar en het adviseren over doelmatigheid. De interdepartementale beleidsonderzoeken (IBO’s), de ‘min twintig procent-variant’ bij grote beleidsevaluaties en de eisen aan subsidieregelingen: het zijn allemaal voorbeelden van dit gevreesde werk.

      Maar ook hoe de IRF werkt, wérkt. En dan heb ik het niet over de lange dagen of operaties als ‘Van Borrel Tot Borrel’ (VBTB). Opvallend was dat oud-ministers als Zalm, Bos, Dijsselbloem, Hoekstra maar ook Koolmees vol lof waren over de integrale afwegingen die de IRF maakt. Anders dan hun collega’s op de vakdepartementen kijken de rijksinspecteurs in hun ogen breder dan één enkel beleidsterrein of sectoraal belang. Het moet goed zijn voor de ‘héle BV Nederland’. Daar kunnen andere adviseurs nog wat van leren. Opvallend was ook dat prominente oud-IRF’ers zelf maar voor één collega-instituut vriendelijke woorden over hadden: de Algemene Rekenkamer. En dan nog alleen voor het deel dat doelmatigheidsonderzoek uitvoert. Waarvan akte.

      Het was een feestje, dus kritiek op de wakkere waakhond van de schatkist was er niet veel. Al stelde oud-minister Dijsselbloem dat het anno 2022 soms op lijkt dat geld de oplossing is voor alle problemen. Terwijl het volgens hem vooral achterliggende systemen of knelpunten zijn die aangepakt moeten worden, en meer budget geen echte oplossing is. Dat IRF-ambtenaren te veel invloed hebben op politieke besluiten, zei niemand. En ook de wat platte uitspraak ‘Financiën heeft ons allemaal bij de ballen’, in 2019 nog opgetekend uit de mond van een bewindspersoon door de onderzoekredactie van De Nieuws BV, werd niet herhaald. Althans: niet als probleem …

      Tegenwicht en tegenspraak: dat is waar het volgens mij om gaat bij het streven naar doelmatige uitgaven. Belangrijke vragen stellen bij uitgaven en ‘investeringen’ die bedoeld zijn om Nederland of de wereld beter te maken. Zal het kunnen wérken? Hoe weten we dat? Kan het doelmatiger? En dat is belangrijk: in een tijd als deze die veel taaie problemen opdient, moet publiek geld zo goed mogelijk worden besteed. Het is te hopen dat de IRF die taak ook de komende honderd jaar met verve zal uitvoeren.

Reageer

Tekst


Print dit artikel